Chinese Islam: Hoe musea wereldopenheid versterken
Door: Pooyan Tamimi Arab
In Nederland gaat het publieke debat elke dag over diversiteit. Toch valt onze gewenning aan verschillende mensen vaak tegen, zelfs in het zogenaamd super-diverse Amsterdam. Musea kunnen helpen door de wereldopenheid van burgers te versterken, soms door eenvoudige kennismaking met objecten die in één oogopslag iets nieuws kunnen leren.
In de jaren 2000, toen ik nog student was, bekroop mij langzaam het gevoel dat we in Nederland op homogene wijze handelen, spreken en ons op homogene wijze kleden. De wereld van de gemiddelde Nederlander, ondanks de vele vakantiereizen en de multiculturele scholen, was in de dagelijkse praktijk kleiner dan vaak werd gepretendeerd. Toch hielp zo een vakantiereis me om tot deze gedachte te komen. Ongeveer tien jaar geleden bezocht ik een familielid in Kuala Lumpur, Maleisië. Eenmaal geland vielen de combinaties van talen op het vliegveld onmiddellijk op: Japans, Arabisch, Engels, Maleisisch, combinaties die ik niet kende van Schiphol, maar ook niet van JFK Airport in New York.
In Kuala Lumpur was het in 1998 geopende Islamic Arts Museum Malaysia te zien, een wit modernistisch gebouw, versierd met islamitische kalligrafie en gekleurd glazuurwerk. Hier kwam ik voor het eerst in aanraking met de zogenaamde Sino-Arabische kalligrafie, een islamitische combinatie van Chinees en Arabisch. Er waren ook maquettes van moskeeën in China, die vanwege hun bouwstijl makkelijk verward konden worden met boeddhistische tempels. Op zo een simpele wijze werd ik me voor het eerst bewust van de islamitische geschiedenis en bevolking van met name het Noordwesten van China in de provincie Xinjiang.

In 2015 kocht het Nationaal Museum van Wereldculturen in Nederland ook een Sino-Arabisch kalligrafisch kunstwerk, dat in 2019 in het Tropenmuseum te zien zal zijn. Omdat de aandacht voor Chinese moslims gering is en omdat er weinig dergelijke objecten in Europese musea tentoongesteld worden, moest in de computerdatabase een nieuwe categorie aangemaakt worden: “Islamitische stijlen en perioden – Oost-Azië.” Zo draagt het museum bij aan het verbreden van onze gezamenlijke aannames over wat islam überhaupt is en wie allemaal moslim zijn. Voor veel bezoekers zal de kennismaking met deze afbeelding een nieuwe ervaring zijn.
Heel kort dan nog iets over waar we nu eigenlijk naar kijken. De kalligrafische compositie is gemaakt door Shi Jie Chen (1925-2006), die ook bekend stond onder de naam Muhammad Hasan ibn Yusuf, een van de bekendste kalligrafen van Sino-Arabische kalligrafie. De inmiddels gepensioneerde hoogleraar Frederick de Jong bezocht hem nog voor zijn dood in de stad Ürümqi – met meer dan 3 miljoen inwoners – en kocht het werk met als thema de vijf zuilen van de islam.
De vijf “zuilen” worden letterlijk uitgebeeld door een islamitisch moskeegebouw met vijf rijen zuilen. Elke rij heeft in het midden een poort met daarin de naam van de islamitische zuil geschreven in het Chinees en het Arabisch. Van onder naar boven zijn dit de geloofsbelijdenis, het rituele gebed, vasten in de maand ramadan, het geven van aalmoezen en tenslotte de hadj, de bedevaart naar Mekka. De zuilengalerijen eindigen in een moskeepoort, die uitzicht biedt op de binnenplaats van de Masjid al-Haram in Mekka met de Ka′aba.

De tekening is verder voorzien van diverse Arabische teksten. Geheel bovenaan staat de Basmala (de formule ‘In de naam van God, de Barmhartige, de Erbarmer’). Op de moskeepoort zijn aanroepingen van God en Mohammed aangebracht. Rechts en links (in spiegelbeeld) boven de zuilengalerijen staat een uitspraak van de profeet Mohammed: “Gods boodschapper zei: de islam is gebouwd op vijf” (qala rasul Allah bana-i al-islam ʿala khamsati). Onder de zuilengalerijen is dezelfde hadith gekalligrafeerd. Daaronder is de tekst nogmaals in Chinese vertaling geschreven en voorzien van aanvullende uitleg. Ten slotte is het werk onderaan gesigneerd met de rode zegels van de kunstenaar in het Chinees en in het Arabisch als “Muhammad Hasan ibn Yusuf.”
Op dit kunstwerk worden dus de vijf zuilen letterlijk architectonisch weergegeven in een combinatie van talen en stijlen. De islam als menselijk en historisch fenomeen wordt echter vaak, impliciet en expliciet, beperkt tot een deel van het “Midden-Oosten” (West-Azië en Noord-Afrika), waarbij andere islamitische centra vergeten of gemarginaliseerd worden. In dit geval is duidelijk te zien hoe de kunstenaar zelf algemene voorschriften en de heilige stad Mekka benadrukt, terwijl het object voor de toeschouwer vragen opwerpt over een specifiek Aziatische geschiedenis en traditie. Juist door in aanraking te komen met een tastbaar kunstwerk, naast informatie uit een boek, kunnen bezoekers aan het Nationaal Museum van Wereldculturen zo hun begrip van de zogeheten wereldgodsdiensten verbreden.
Over de schrijver
Dr. Pooyan Tamimi Arab (geb. 1983, Isfahan) studeerde kunstgeschiedenis, filosofie en culturele antropologie. Hij is auteur van Amplifying Islam in the European Soundscape (Bloomsbury, 2017) en universitair docent religiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht.