Zonder ons geen Nederland: de rol van moslims tijdens de Nederlandse Opstand: deel 2
Door: Kasım Tekin
Artikel uit maart 2015
Deel 2: Ondertussen in de Republiek: wat je nog niet wist…
Een wat minder bekende naam tijdens de Nederlandse Opstand is die van Hendrik van Brederode. Nog voor de actieve deelname van Willem van Oranje aan de gewapende strijd tegen de koning was Hendrik zo actief dat hij de ‘de grote Geus’ werd genoemd. Pas toen hij in 1568 plots overleed nam Willem zijn plek min of meer in. In zijn eerste veldtochten tegen de ‘hertog van Alva’[1] was hij niet succesvol. Prins Willem had behoefte aan bondgenoten want met de instabiele watergeuzen –piraten– zou hij het niet redden. Hij wendde zich tot de Duits-protestantse prinsen, Franse Hugenoten en de koningin van Engeland. Ook deze groepen waren sterk afhankelijk van de grote steun van de Ottomanen, die de aan de paus opstandige protestanten maar al te graag financiële en militaire steun boden. Willem besloot hetzelfde te doen. Hij zocht hulp bij de bron door een oude vriend in te schakelen. Een vriend die hij nog kende van zijn tijd in Antwerpen, Josef Nasi.
Don João Migas Mendes, later bekend onder zijn joodse naam Josef Nasi was een bankier uit een vooraanstaand joods geslacht. Nadat het hem ook in Portugal[2] te heet onder de voeten werd vluchtte hij naar Antwerpen.[3] Na jaren in de bankierswereld te hebben doorgebracht kreeg hij de kans carrière te maken in Constantinopel. Ten tijde van sultan Sulayman de Grote en later onder diens zoon Selim II werd Nasi weleens gebruikt als adviseur in West-Europa zaken. In 1569 stuurde Willem van Oranje in het geheim een brief naar Nasi waarin hij vroeg om bemiddeling bij de sultan.[4] Het voorstel om Spanje aan te vallen werd positief ontvangen. De Ottomaanse vloot, die zich op dat moment voorbereidde op de verovering van Cyprus werd nu gereedgemaakt om de macht van de Spanjaarden op de Middellandse-Zee verder in te perken. In een brief aan de “de Lutherse heren in de Spaanse en Vlaamse gebieden” werd vermeld dat ze konden rekenen op militaire en maritieme steun in hun strijd tegen de “ongelovige” katholieken.[5] Een andere brief ging uit naar de moslims in Spanje (de Moriscos). Hierin kregen ze de opdracht om in het geheim in contact te komen met de protestanten. De Spaanse moslims zegden toe dat wanneer de protestanten de confrontatie met de Katholieken aan zouden gaan ook zij zouden aanvallen.[6]
Onder het bewind van Selim II ging de diplomatieke strijd in Europa door. Zoals ik eerder al aangaf ging de samenwerking zo ver dat directe financiële en militaire steun in de Nederlanden werd beloofd. Wegens een samenkomst van factoren bleef de (noodzaak voor) militaire steun ‘op Nederlands grondgebied’ uit.
De Habsburgers richtten zich nu met man en macht op de strijd tegen de aartsvijand van de Paus. Dit in samenhang met enkele interne gebeurtenissen als de dood van de vorige sultan, een korte machtsstrijd om de troon en wat worstelingen met buitenlandse vijanden als de Perzen en de Oostenrijkse-Habsburgers zorgde voor wat tegenslagen. Eventjes leek het er op dat het tij was gekeerd en Spanjaarden dan eindelijk ‘den Turck’ in het nauw konden drukken. Voor de Europese leiders wiens ‘houding er één was van twijfels en gevoelens van minderwaardigheid’[7] was het nu of nooit. Op Spaans initiatief werd de veertiende kruistocht tegen de Ottomanen (de eerste begon in 1359) in het leven geroepen. Een samensmelting van de zeemachten van het Spaanse Rijk, de republieken van Venetie, Genua, de Pauselijke Staat en de Kruisridders van Malta bracht een enorme vloot op de been en samen deden ze het onmogelijke: ze versloegen de – normaal gesproken oppermachtige – Ottomaanse vloot tijdens de Slag bij Lepanto in 1571.
Toch was dit amper een overwinning te noemen. Door alle inspanning was de bodem van de Spaanse schatkist in zicht. In dezelfde periode kwamen de eerder vermelde morisco’s in actie (1569-71). Ze kwamen in opstand tegen de wrede onderdrukking van de nieuwe heersers van Andalusië. Filips II had enorm veel moeite met het onderdrukken van deze opstand[8]. Tegelijkertijd liet de sultan de ‘bey’ van Algerije in actie komen met overzeese uitvallen richting de Spaanse kust. Toen Istanbul het tot slot – naar ieders stomste verbazing – het onwerkelijke voor elkaar kreeg door na de verloren zeeslag een gehele, nieuwe (sterkere) vloot de zee in te laten drong de realiteit tot de geallieerden door. De Habsburgs-Oostenrijkse historicus Joseph von Hammer-Purgstall verwoordde de situatie pakkend toen hij schreef: “Het is alsof (niet wij, maar) de Ottomanen de winnaars waren van de Slag bij Lepanto.”[9]
In de zomer van 1574 heroverden vizier Koca Sinan Paşa en de Ottomaanse vloot onder leiding van kapitein Kılıç Ali Paşa de stad Tunis en het kasteel van Halvuka, die sinds 1535 voor gold als een strategische uitvalsbasis voor de Spanjaarden op de Middellandse-Zee.[10]
De vreugde en waardering die de Nederlandse strijders hadden voor deze reeks gebeurtenissen bleek onder andere uit de vele coupletten van verschillende geuzenliederen. Zo beschrijven de onderstaande coupletten hoe blij de Nederlanders waren dat de moslim strijden tegen de Spanjaarden waardoor deze zich niet met volle kracht konden richten op de Republiek. Over de bovengenoemde veroveringen op de geallieerden werd vol lof en opluchting gezongen:
Den Turck die coemt al met ghewelt,
Met dry hondert duysent man is by te velt, Te voet end oock te Peerden,
Hy heeft gewonnen, tzy u vertelt,
Twee steden van grooter weerden.
Lagoulette ende Thoenis sijn die Steden genaemt
Daer binnen was so menigen Italiaen, Bisschoppen, Cardinalen, Spaensche gesellen,
Die zijn daer gebleven, wilt dit verstaen,
Die en sullen ons hier niet meer quellen.[11]
En zo gaat het verhaal over het stormachtige ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden nog wel even door. Over de strijd die de Republiek met het Habsburgse Rijk voerde is in een gemiddeld schoolboek genoeg te vinden. Verdieping laat zien dat de geschiedenis van deze vrijgevochten machtige protestantse natie ook voor moslims interessant is. Maar de erkenning door Europese machten was nog ver weg. Na tientallen jaren strijd werd de Republiek bij het tekenen van de Vrede van Westfalen (1648) dan eindelijk erkend als zelfstandige natie. Waar we hier in Nederland echter minder goed in zijn is het erkennen dat zonder hulp van moslims de geschiedenis wellicht heel anders had kunnen lopen. En ook dit laat weer zien dat Nederland helemaal geen natie is die beter af is zonder moslims. De islam heeft niet alleen op verschillende vlakken bijgedragen aan de vorming van onze cultuur, maar heeft zelfs een cruciale rol gespeeld bij het ontstaan van onze traditionele grenzen en het uitgroeien van de Republiek tot een van de machtigste naties ter wereld.[12] Het is niet alleen oneerlijk, maar ook ondankbaar om dit deel van onze geschiedenis te ontkennen en te blijven beweren dat voor de islam geen plaats is in Nederland. En ook wij islamitische Nederlanders mogen nooit vergeten dat onze grootouders in de jaren zestig niet de eerste moslims waren die werkten aan de opbouw van Nederland. Want daar waar de rest van de – machtige – wereld de Republiek pas erkende in 1648, waren het moslims die dertig jaar eerder als eerste rijk ter wereld erkenden dat de Lage Landen recht hadden op een onafhankelijke staat met de islamitische waarde van godsdienstvrijheid. En dan is het niet meer dan logisch dat ook wij, als islamitische Nederlanders, ervan mogen genieten, toch…?
[1] Gestuurd door de nieuwe Spaanse Koning: Filips II
[2] Waar zijn familie naartoe vluchtte uit angst voor de Spaanse Jodenvervolgingen eind vijftiende eeuw.
[3] http://www.jewishencyclopedia.com/articles/11333-nasi-joseph-duke-of-naxos
[4] Afyoncu, E., Önal, A., Demir, U. Fransaya Osmanlı tokadı. Yeditepe: 2011, Istanbul. p.192
[5] Idem.
[6] Idem.
[7] Van Gelder, M. Tussen Noord-Afrika en de Republiek: Nederlandse bekeerlingen tot de islam in de zeventiende eeuw. Tijdschrift voor geschiedenis. Jg. 126-maart 2013, nr.1: Van Gorcum. p. 19
[8] Gündüz, T. & co.Osmanlı Tarihi el kirabı. Grafikler Yayınları: Ankara 2013. p. 207
[9] Idem. p. 217
[10] Afyoncu, E., Önal, A., Demir, U. Fransaya Osmanlı tokadı. Yeditepe: 2011, Istanbul. p.193
[11] Dr. E.T.Kuiper. Het Geuzenliedboek. W.J.Thiemee & Cie.: Zutphen, 1924. Deel 1, p. 245
[12] Hoe? Hierover wellicht in een ander artikel meer…